De meningen van collega's over de CAO en de overlegvormen komen over het algemeen met elkaar overeen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat niet iedereen de CAO heeft gelezen. Dit komt omdat zij het pas nodig hebben en gebruiken wanneer er iets opgezocht moet worden.
Wat betreft de overlegvormen ben ik tot de conclusie gekomen dat collega's het met elkaar eens zijn dat die vaker gepland mogen worden. Dit komt omdat je soms tegen een probleem zit en het probleem soms te lang blijft liggen. Een evaluatie met betrekking tot de cliënt mag vaker gepland worden zodat we allemaal op één lijn zitten. Ook ‘problemen’ kunnen sneller opgepakt worden. De mondelinge overdracht is prima. Dit bespreken we wanneer we koffie pauze hebben en kunnen er zaken besproken worden die collega’s moeten weten. In het weekend lossen we elkaar af en ook hier hebben we dan een mondelinge overdracht.
De functioneringsgesprekken zijn in het algemeen inhoudelijk prima. Deze zijn één keer in het jaar en voor een tussentijdse gesprek is het mogelijk om het aan te vragen bij je hoofd. De functioneringsgesprekken komen niet met elkaar overeen. Eén collega heeft nog geen functioneringsgesprek gehad, één collega heeft in elf jaar geen gesprek gehad en bij één collega werd het vaak uitgesteld. We zijn het er mee eens dat er zorgvuldiger mee omgegaan moet worden en zodat iedereen een functionering gesprek heeft. En dat deze één keer per jaar gehouden moet worden voor de medewerkers.
Discuseren: Tijdens mijn diensten heb ik gediscussieerd met mijn collega’s waar ik op dat moment mee werk. Dit heb ik gedaan wanneer de cliënten wat voor zich zelf doen en wanneer ik de tijd heb om in discussie te gaan met de collega. De collega’s gaven aan dat er een CAO in een map moet zitten omdat je die nu op het internet moet zoeken. Ik heb aangegeven dat ik het prettig vind als je het inderdaad bij de hand heb en dat de CAO in een map zit. Op kantoor hebben we één computer en als je het CAO wilt opzoeken wilt een andere collega de computer gebruiken om te rapporteren. Ik heb gevraagd of dat zij de CAO snappen. Ik heb aangegeven dat de CAO wat minder ingewikkeld omschreven mag worden. De drie collega’s waarmee ik gediscussieerd heb, hebben aangegeven daar geen mening over te hebben omdat zij de CAO niet lezen. Wat betreft de overleg vormen is iedereen het er wel mee eens dat die vaker gepland mogen worden. Ik heb aangegeven dat als ik tegen iets aan loop dat ik het dan ook meteen met een collega over praat zodat ik tot een oplossing kom als ik niet weet hoe ik een cliënt moet benaderen. Als ik moet wachten tot de vergadering dan is mijn probleem al opgelost. Dit geldt ook voor de collega’s waarmee ik gediscussieerd heb. Ik heb aan de collega’s gevraagd wat zij van de functioneringsgesprekken vinden.
