De protocollen

Protocol Gedragscode.
’s Heeren Loo draagt met hoogwaardige ondersteuning bij aan een zinvol bestaan van mensen met een verstandelijke beperking. Respect, verbondenheid, geborgenheid en verantwoordelijkheid zijn daarbij richtinggevende waarden. Dat is de missie van ’s Heeren Loo. Goed omgaan met cliënten en collega’s is één van de basisvoorwaarden om kwalitatief hoogwaardige ondersteuning te kunnen waarborgen in een plezierige werkomgeving. ‘s Heeren Loo wil duidelijk zijn in wat zij hierin verwacht, zodat medewerkers hier naar kunnen handelen. Deze gedragscode geeft duidelijkheid over gewenst en ongewenst gedrag aan alle medewerkers, vrijwilligers, stagiaires en personeel-niet-in-loondienst (PNIL).

De gedragscode bestaat uit drie onderdelen:
1. Basishouding
2. Omgaan met cliënten
3. Algemene gedragsregels

1. Basishouding
Respect voor elkaar.
De basisnorm voor onderlinge bejegening en communicatie is: behandel de ander, zoals jezelf behandeld wilt worden. Collega’s accepteren elkaar, werken samen en staan open voor nieuwe collega’s.
Respecteer elkaars levensovertuiging, maatschappelijke positie, etnische afkomst, seksuele identiteit en het uiterlijk van cliënten en collega’s. Dit respect geldt ook voor bezittingen van een ander.
Wanneer je iets dwarszit, bespreek dit met de ander. Praat niet over elkaar, maar met elkaar. Is de drempel te hoog om dat rechtstreeks te doen, vraag dan een ‘derde’ (direct leidinggevende of vertrouwenspersoon) om advies.
Een stijl van ondersteunen en inspireren, met positieve feedback, kan het vertrouwen bevorderen tussen leidinggevenden en medewerkers.

Gedrag is bespreekbaar.
Medewerkers maken de werksfeer, daarom kunnen zij elkaar hierop aanspreken. Pesten op het werk en alle vormen van grensoverschrijdend gedrag zijn binnen ‘s Heeren Loo ontoelaatbaar. In zowel de contacten met cliënten als met collega’s moet dit voorkomen worden, gesignaleerd en ertegen opgetreden. In het geval van drempelvrees verwacht ’s Heeren Loo dat de vertrouwenspersoon om advies wordt gevraagd.
Bij een meningsverschil of conflict - of onduidelijkheid over wie, wat, waarom en wanneer heeft gedaan of nagelaten – is er ruimte voor hoor en wederhoor. Conflicten worden niet toegedekt. Wel wordt verwacht dat medewerkers eerst binnen de organisatie, met collega’s én direct leidinggevende, de dialoog aangaan en hun bevindingen besprekenIndien de medewerker en zijn/haar leidinggevende over de interpretatie van de gedragscode van mening verschillen, kan de medewerker daarover in gesprek gaan met de naasthogere leidinggevende. Zo nodig kan de medewerker terecht bij de klachtencommissie medewerkers.

Misstanden melden.
Medewerkers dienen misstanden te melden. De arbeidsrechtelijke positie van de medewerkers zal door deze melding niet in gevaar komen. Zoveel mogelijk dienen meldingen of vermoedens van overtredingen met de direct leidinggevende worden besproken. Daarnaast is de mogelijkheid dit mondeling of schriftelijk te melden bij een vertrouwenspersoon of klachtencommissie. De klokken luider regeling voor ’s Heeren Loo is dan een laatste middel om misstanden waarbij een groot maatschappelijk belang in het geding is, te melden. (Nb. Bij het ingaan van deze gedragscode is de klokkenluidersregeling nog niet definitief vastgesteld.)

2.Omgaan met cliënten.
Respect voor cliënten en hun vertegenwoordigers.
• Medewerkers houden rekening met de verantwoordelijkheid van de ouders/verwanten en/of wettelijk vertegenwoordigers van cliënten en treden hen op gepaste wijze tegemoet. Dit gebeurt ongeacht de manier waarop de verantwoordelijkheid juridisch is geregeld.
• Medewerkers hebben absolute geheimhouding van hetgeen hem/haar uit hoofde van de functie ter kennis komt, voor zover die verplichting uit de aard van de zaak volgt of hem/haar uitdrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het dienstverband (e.a. conform CAO).

Rekening houden met de afhankelijkheid van cliënten.
• Cliënten zijn afhankelijk van medewerkers. Van medewerkers wordt verwacht dat zij hiermee rekening houden in de uitvoering van de taken.
• Cliënten kunnen geen onderscheid maken tussen het handelen van de medewerker tijdens werktijd en buiten werktijd. Medewerkers houden hier rekening mee. Ook buiten werktijd gedragen medewerkers, in aanwezigheid van één of meer cliënten, zich naar de inhoud van deze code.
• Cliënten verkeren in een afhankelijke positie. Deze eindigt niet altijd op het moment waarop de opvoedings- c.q. ondersteuningsrelatie formeel stopt. Ook na beëindiging van de ondersteuningsrelatie gedragen medewerkers zich conform deze gedragscode.

Werken volgens de normen en waarden van ’s Heeren Loo.
• Medewerkers zijn zich bewust van de invloed van hun eigen waarden en normen op de invulling van hun ondersteunende rol. Medewerkers maken deze waarden en normen steeds weer bespreekbaar en toetsen deze aan de normen en waarden van ’s Heeren Loo.
• Medewerkers scheppen een veilige leef- en werkomgeving, die gekenmerkt wordt door een goede sfeer en een open manier van communiceren.
• Medewerkers respecteren de behoefte van de cliënt aan privacy en ondersteunen hem/haar daarbij.
• Medewerkers gaan zorgvuldig om met de privé- bezittingen van de cliënt en de middelen en materialen die hen ter beschikking staan
• professioneel zij
• Medewerkers zijn in staat onderscheid te maken tussen professioneel en onprofessioneel gedrag.
• Medewerkers melden onprofessioneel gedrag - van zichzelf of van anderen - aan hun direct leidinggevende en maken dit bespreekbaar. De verantwoordelijkheid voor cliënten gaat hierbij boven collegialiteit.
Dit geldt onder meer in de volgende situaties:
o wanneer sprake is van meer dan vriendschappelijke gevoelens of juist van afkeer ten opzichte van een cliënt.
o wanneer de medewerker beroepsmatig wordt geconfronteerd met bekenden uit zijn/haar privé- leven.
o wanneer de medewerker onverwacht betrokken is geraakt bij incidenten waarbij geweld is gebruikt.
In deze gevallen is contact met de direct leidinggevende vereist om samen te zoeken naar een oplossing om de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning waar te kunnen blijven maken.
• Contacten tussen medewerkers en cliënt, buiten werktijd, worden door medewerkers besproken met de direct leidinggevende.

Geen fysiek of verbaal geweld gebruiken.
• Medewerkers houden zich aan bepalingen met betrekking tot ‘Middelen en Maatregelen’ en andere relevante protocollen. Vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen worden alleen toegepast als te voorzien is dat het gedrag van de cliënt tot ernstig gevaar zal leiden voor zichzelf en/of voor anderen (waaronder collega’s) en/of voor materiële zaken en niet op andere wijze kan worden voorkomen.
• Medewerkers gebruiken op geen enkele wijze fysiek geweld, behalve wanneer er sprake is van een situatie waarin alleen door fysiek ingrijpen de veiligheid van de cliënt en/of de omgeving van de cliënt (waaronder collega’s) gewaarborgd kan blijven.
• Indien fysiek ingrijpen heeft plaatsgevonden, meldt de betrokken medewerker dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen een dag zowel mondeling als schriftelijk (meldingsformulier middelen en maatregelen) aan de betrokken leidinggevende.
• Medewerkers zijn verplicht risicovol gedrag te melden bij de direct leidinggevende.
• Medewerkers onthouden zich van verbaal geweld ten opzichte van cliënten en collega’s.

Respect voor de eigenheid van cliënten.
Dit betekent dat de volgende zaken binnen ’s Heeren Loo niet zijn toegestaan:
• Gedrag dat in woord of daad agressief van aard of intentie is.
• (Seksuele) intimidatie.
• Discriminerend gedrag.
• Seksueel contact met cliënten:
o Medewerkers gaan niet in op meer dan vriendschappelijke toenaderingspogingen van de aan hen toevertrouwde cliënten – ook niet buiten werktijd.
o Medewerkers zijn verplicht om meer dan vriendschappelijke en seksuele toenaderingspogingen van cliënten gelijk aan de direct leidinggevende te melden.
o Medewerkers betrekken op geen enkele wijze cliënten bij seksuele activiteiten, ondernemen pogingen hiertoe of dreigen hiermeGeen goederen van cliënten aannemen
• Medewerkers nemen geen persoonlijke giften aan van cliënten en/of wettelijk vertegenwoordigers.
• Medewerkers bieden cliënten geen goederen of diensten aan anders dan aan de functie verbonden.
• Medewerkers gaan geen financiële en materiële transacties met cliënten aan.

3.Algemene gedragsregels.
Vertrouwen.
• ’s Heeren Loo moet erop kunnen vertrouwen dat medewerkers zich gedragen in lijn van de waarden waarvoor de organisatie staat. Medewerkers zijn zelf in staat om een goede balans te vinden bij het regelen van privé-zaken en de uitvoering van hun werk. Ook in contacten met externen zoals het bijwonen van congressen, symposia en recepties gedragen alle medewerkers zich als ambassadeur van de organisatie.

Respect voor elkaars privacy.
• Medewerkers gaan op een vertrouwelijke wijze om met persoonlijke gegevens en informatie van cliënten. De regels hiertoe zijn vastgelegd in de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
• Bij het gebruik van social media zijn alle medewerkers zich ervan bewust dat zij cliënten en collega’s niet in diskrediet brengen. Het zonder toestemming plaatsen van afbeeldingen van cliënten en collega’s op social media is niet toegestaan.

Zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn.

• Niet alleen de werkgever (Arbo Wet), maar ook medewerkers zelf zijn verantwoordelijk voor veiligheid, gezondheid en welzijn in relatie tot het werk.
• Medewerkers mogen de gezondheid van cliënten en collega’s niet nadelig beïnvloeden. Roken gebeurt niet op de rookvrije werkplek en in de gebouwen van ’s Heeren Loo.

Zorgvuldig met nevenfuncties omgaan.
• Het is de medewerker niet toegestaan een al dan niet gehonoreerde nevenfunctie te vervullen of al dan niet gehonoreerde nevenwerkzaamheden te verrichten welke redelijkerwijs geacht kunnen worden onverenigbaar te zijn met zijn functie dan wel met de belangen of het aanzien van ’s Heeren Loo.

Terughoudend zijn met relatiegeschenken en uitnodigingen.
• Medewerkers melden hun leidinggevende direct indien zij relatie- geschenken aannemen. Relatiegeschenken boven een waarde van € 50,- en hoger mogen niet geaccepteerd worden.
• Uitnodigingen van ‘derden’ voor lunches, diners, reizen, seminars, bedrijfsbezoeken en andere bijeenkomsten mogen slechts aanvaard worden na goedkeuring door de leidinggevende.
• Betaling van reis- en verblijfkosten door ‘derden’ is alleen na goedkeuring door de leidinggevende toegestaan.

Respect voor gedragsregels.
• Medewerkers houden zich aan de regels en bepalingen zoals die zijn opgenomen in de CAO- Gehandicaptenzorg en de regelingen en richtlijnen gegeven door of namens de Raad van Bestuur.
• Medewerkers hanteren in eventuele contacten met de pers het Protocol Mediacontacten van ’s Heeren Loo als richtsnoer.
• Medewerkers gaan zorgvuldig om met de middelen die ‘s Heeren Loo hen ter beschikking stelt.
• Zonder voorafgaande toestemming van de direct leidinggevende, is het niet toegestaan eigendommen (zoals materialen, gereedschappen, apparatuur, kantoorbenodigdheden, telefoons, computers en computerprogramma’s) voor persoonlijke doeleinden te gebruiken.
• Medewerkers maken gebruik van de ondersteuning die ‘s Heeren Loo biedt om aan de verwachtingen van de cliënt en de organisatie te voldoen.
• Medewerkers kleden zich correct en zien er verzorgd uit, afgestemd op de werkzaamheden. Uit respect voor de cliënt wordt ervoor gezorgd dat de wijze van kleden niet aanstootgevend is.
• Het gebruik van privé-gsm’s tijdens het werk is alleen om dringende redenen toegestaan.
• Uitgangspunt is dat medewerkers binnen één afdeling/werkplek die meer dan een collegiale samenwerkingsrelatie met elkaar hebben, niet binnen dezelfde afdeling/werkplek werkzaam zijn. Zij bespreken dit met hun leidinggevende.
• Van medewerkers wordt verwacht dat zij in de privé-situatie rekening houden met de kwetsbaarheid van hun positie als medewerker. Dit betekent dat zij zich ook in de privé-situatie onthouden van gedragingen die strijdig zijn met de belangen van de organisatie en die de geloofwaardigheid van de organisatie en ondersteuning van cliënten kunnen schaden.
• Het gebruik van alcohol en drugs is tijdens of voorafgaand aan het werk niet toegestaan. De effecten van het gebruik van alcohol en drugs in eigen tijd mogen niet zichtbaar en merkbaar zijn tijdens het werk. Overtreding van deze gedragsregel betekent grote risico’s voor cliënten en organisatie.
• In een uitzonderlijke situatie, kan alleen door Raad van Bestuur, de regiomanager, de manager van de werkmaatschappij, het hoofd van de vakkolom of de directeur SSC toestemming worden verleend voor het gebruik van alcohol tijdens werktijd bij bepaalde officiële gelegenheden.

Protocol bad.
Doel:
* Het voorkomen van (bijna) ongevallen rond het baden van cliënten
* Verhogen van het badcomfort van cliënten
Om deze doelen te bereiken dient de medewerker zich aan een aantal uitgangspunten te houden.
Uitgangspunten:
1. Draag het juiste schoeisel, geen gladde zolen.

2. Check de benodigde hulpmiddelen zoals:
- hoog/ laag bad
- douche brancard
- zitbad
- douchekop
- fixatiemiddelen
- anti slip matten
- tillift
- beugels en steunen
op technische gebreken.

3. Houdt alles tochtvrij, zet geen deuren en/ of ramen open tegenover elkaar en
let op de omgevingstemperatuur.

4. Houdt alles binnen handbereik en zoveel mogelijk op een vaste plaats, zoals:
- zeep/ shampoo
- washandjes/ handdoeken
- kleding/ ondergoed
- rolstoel
- verpleegartikelen
- hulpmiddelen
zodat je niet bij de client weg hoeft wanneer je hem/ haar helpt.

5. Trek de stop uit het bad als je toch weg moet lopen.

6. Ken de individuele afspraken die beschreven staan in het individueel zorgplan (I.Z.P.) zoals:
- wel/ niet alleen in de badkamer
- epilepsie (zie de toelichting)
- gedragsproblemen
- wel/ niet fixeren
- verpleegkundige handelingen
- persoonlijke hulpmiddelen

7. Zorg voor privacy van de cliënt, denk aan:
- schaamte gevoel
- angst/ schrikreacties

8. Controleer de temperatuur van het douche/ badwater (evt. met behulp van een
badthermometer).

9. Zorg ervoor dat de cliënt niet zelfstandig de temperatuur kan veranderen.
Houdt toezicht indien nodig.

10. Zorg dat er geen water blijft liggen op de badkamervloer

11. Wees je bewust van de risico’s en onvolkomenheden bij het baden en maak
deze bespreekbaar bij de cliënt of diens ouders/ vertegenwoordiger en je
collega’s.

12. Bij incidenten of bijna- incidenten altijd een MIC- formulier invullen.
(zie protocol MIC)

Toelichting badprotocol voor cliënten met epilepsie.
Een cliënt die bekend is met epilepsie en/ of een risicovolle handicap heeft, laat je nooit alleen in bad gaan. Daar houdt je altijd direct toezicht op.
Gebruik eventueel een zwemkraag.
Vul een bad voor de helt, bij voorkeur gebruik maken van de douche.

Een cliënt die in bad gaan als activiteit heeft, laat je niet alleen in een bad zitten. Bij cliënten die ter ontspanning langere tijd in bad onder een lopende kraan mogen spelen, geldt dat er geen stop in het bad zit. Deze cliënt mag eventueel alleen gelaten worden gedurende een van tevoren af te spreken tijd; je moet er dan wel zeker van zijn dat er geen materialen in de buurt van de client is dat dienst kan doen als stop, zoals handdoeken en washandjes.

Een cliënt met een licht tot matig verstandelijke beperking, waarbij het baden bepaalde risico’s met zich mee brengt, maar die vanuit privacy redenen alleen wil baden, kun je zonder toezicht in bad laten gaan, mits dit beschreven staat in het IZP als bewust genomen risico.

Een cliënt kan zonder direct toezicht wel zelfstandig douchen, tenzij anders afgesproken.

Protocol overlijden van cliënt.
Dit protocol is een leidraad/ richtlijn voor medewerkers ambulante zorg bij het overlijden van een cliënt.
Dit protocol is vastgesteld in overleg met de directie en clustermanager van ’s Heeren Loo

- Het overlijden van de cliënt wordt gemeld door de ouder of de medewerker op
’s Heeren Loo.

- Vanuit ’s Heeren Loo worden de betrokken medewerkers op de hoogte gebracht door
de leidinggevende van de ambulante zorg

- Omdat de zorg plotseling komt te vervallen worden er in de eerste week na het
overlijden van de cliëntvervolg afspraken gemaakt voor vervangende werkzaamheden.
In deze periode kan de medewerker ook afscheid nemen van de cliënt

- Voor iedere medewerker is er de mogelijkheid om voor verwerking van dit proces
een beroep te doen op de bedrijfsmaatschappelijk werker (mevr. A. Vinke) of het
pastoraat van ’s Heeren Loo.

- Ter afronding van de zorgvraag heeft de leidinggevende van de ambulante zorg met
de ouders nog een laatste afspraak.

- Wanneer er behoefte bestaat kan er op verzoek van de medewerkers een laatste
begeleidingsgesprek ter afronding plaats vinden.

Verder hebben wij onder anderen protocollen van:
-Privacy reglement van de ’s Heeren Loo zorggroep.
-Persoonsgegevens en privacy.
-Respectvolle bejegening.
-Vertrouwenspersoon cliënt.
-Omgaan met macht en onmacht, agressie beleid.
-Medicijnen.